Het lijkt nog zo kaal…


Maar in januari is er veel te zien en te leren op de tuin. Zoals hier verschillende mulch methodes. En vergis je niet er is alweer een heleboel aan het groeien op de tuin! als we er niet op tijd bij zijn dan hebben we in het voorjaar heel veel onkruid te wieden!
ben jij al even wezen kijken op je tuin?

We zien op de tuin veel Jacobskruiskruid. Dit tiert welig in de tuin. Het is belangrijk om
dit giftige kruid wieden voordat het in bloei komt. Want anders hebben we straks een tuin vol van dit kruid. Waar we liever mooie groenten en bloemen zien staan. Daarover zo meer!

Paadjes

De paadjes tussen de tuinen vereisen ook wat onderhoud. Door de winter en minder zon zijn de paden bedekt met mos. En als we niet uitkijken kan dat slipperig worden. En we willen niet vallen. Dus even omharken. Met zon zal het weer spoedig verdwijnen. Komen jullie allemaal even een handje helpen op de tuin? (Overigens nog steeds op zoek naar enthousiaste vrijwilligers). Mochten jullie nog buurtgenoten kennen uit Charlois die zich willen inzetten voor maatschappelijk belang? Wijs hen op op onze tuin. Een paar krachtige schouders zijn zeer welkom!

Volgende quote willen we met jullie delen:

Meer over Jacobskruiskruid

JakobskruiskruidDe meeste zaden van deze plant, zo’n 60%, vallen binnen de 5 meter naast de moederplant. De overblijvende 40% vliegt wat verder, gewoonlijk binnen 40 meter van de moederplant. Dus alsjeblieft voor de bloei weghalen.

Giftigheid

 De bloemen bevatten tweemaal zoveel gif als de bladeren. In de plant zijn pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s) aanwezig in de N-oxidevorm die niet giftig is. Pas als de plant opgegeten wordt, worden deze verbindingen met name in de dunne darm omgezet in giftige, vrije alkaloïden die de lever aantasten, waarbij kleine bloedvaatjes verstopt raken. (‘Hepatische veno-occlusie’). Dit ziektebeeld is ook beschreven bij mensen die geregeld kruidenthee dronken van PA bevattende planten, onder andere smeerwortel.

Met hooi of kuilvoer kunnen dieren het giftige jakobskruiskruid binnenkrijgen, doordat de verbrokkelde bladeren niet worden opgemerkt. De pyrrolizidine-alkaloïden verlaten het lichaam binnen 24 tot 48 uur voornamelijk via de nieren, maar het kan ook via melk. Pyrrolizidine-alkaloïden hebben een cumulatief effect. Zowel de opname van een grote hoeveelheid in één keer, als de opname van kleine hoeveelheden over langere tijd kunnen leiden tot beschadiging van de lever en ziekteverschijnselen.

Runderen en paarden vermijden bij het grazen jakobskruiskruid normaal gesproken, maar in tijden van droogte en voedselschaarste kunnen ze het wel gaan eten. Hoewel kruiskruidvergiftiging de lever op een onomkeerbare manier kan beschadigen, is het effect van deze beschadiging op de gezondheid van een dier niet altijd onomkeerbaar. Tot op zekere hoogte kan de functie van de afgestorven levercellen overgenomen worden door andere levercellen. Als de aangebrachte schade echter te groot is, dan is dit niet meer mogelijk en als de levercapaciteit met 50-70% is afgenomen ontstaan er verschijnselen van leverziekte.

Een dier kan pyrrolizidine-alkaloïden opnemen, maar als de hoeveelheden zodanig zijn dat de lever het kan compenseren, is er niets aan het dier te zien, ook niet in het bloed. Bij hogere niveaus zijn er eerst afwijkende bloedwaarden waarneembaar (onder andere leverenzymen), en vervolgens ziekteverschijnselen.

Bij runderen kan het gif ook zonnebrandveroorzaken, doordat het gif in het bloed van de haarvaten onder invloed van het UV-licht van de zon schadelijk wordt voor de omliggende weefsels. Schapen eten de plant graag en zijn minder gevoelig voor de gevolgen. Ze krijgen later echter wel groeiproblemen.

Allergie

Jakobskruiskruid kan na huidcontact een allergische reactie geven, die “contactallergisch eczeem door composieten” wordt genoemd. Deze allergie kan optreden bij gesensibiliseerde personen na huidcontact of na opname van planten(delen) via de mond. De allergie wordt niet veroorzaakt door de pyrrolizidine-alkaloïden, maar door andere stoffen, de zogenaamde sesquiterpeen-lactonen, die in veel planten van de Composietenfamilie voorkomen, zoals bij witlof, waarbij het een bekende beroepsziekte van kwekers is.

(Bron Wikipedia)